dinsdag 21 oktober 2008

Pleidooi voor een eenvoudige regeling die zekerheid biedt

Uit onderzoek blijkt dat 14% van de studenten bijklust om hun studiekosten te betalen, gaande van inschrijvingsgeld tot de aankoop van cursussen en handboeken. Niet alle studenten hebben het dus even gemakkelijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Negen op de tien studenten die het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen en niet kunnen terugvallen op hun ouders of familieleden, moeten werken om hun studies te betalen… De onderhandelingen over aanpassingen aan het jobstudentenstatuut zitten al even muurvast, zoals het gehele federale regeringsbeleid eigenlijk al 15 maanden in het slop zit.

Voor studenten dringt de vraag naar een voordelig werkstatuut zich op. Maar, eigenlijk zouden studenten zich in een welvarende samenleving als de onze vooral moeten kunnen concentreren op hun studies en alles wat daar rond hangt. Er moet in de eerste plaats voor gezorgd worden dat jongeren die moeten werken om hun studies te kunnen betalen, makkelijker aan een toereikende studiebeurs geraken.

Een nieuwe regeling voor studentenarbeid moet eenvoudig zijn, zekerheden scheppen en studenten toelaten om te werken.

Een rijk sociaal leven kost wel wat geld en niet iedereen krijgt hopen zakgeld. Het moet dus zeker mogelijk blijven om op een korte periode binnen de vakantie geld bij elkaar te sprokkelen om eens naar de film, het café en op reis te kunnen. Daarom moeten studenten tijdens de zomervakantiemaanden juli, augustus, september onbeperkt kunnen bijverdienen aan een solidariteitstarief vergelijkbaar met de huidige kortingen, maar realistisch berekend en budgettair neutraal voor de sociale zekerheid.

Maar, wanneer jongeren nog meer willen verdienen om zich wat meer luxe te permitteren, en zij dus ook buiten de vakantie willen werken, dan is het ook de taak van die student om een ‘eerlijke’ sociale bijdrage te betalen. Een nieuwe regeling moet voorzien dat studenten dus ook buiten de zomerperiode onbeperkt kunnen bijverdienen maar dan wel aan de normale RSZ-tarieven. Zo wordt de concurrentie met de vaste werknemers en échte werkzoekenden beperkt, bouwen de studenten ook sociale rechten op en kunnen de werkgevers nog steeds terecht bij de studenten voor flexibelere jobs.

Studentenarbeid is in de eerste plaats voordelig voor de werkgever omdat een jobstudent gewoon een pak goedkoper is dan een reguliere werkzoekende. De werkgever draagt in mindere mate bij tot de sociale zekerheid en werklozen worden van de arbeidsmarkt geconcurreerd. Een aangepaste regeling mag er niet toe leiden dat lager geschoolde werknemers de dupe worden en hun kans op arbeid ontnomen wordt. Want, waarom zou een supermarkt nog een lager geschoolde vrouw aannemen als die het hele jaar door, maand na maand een andere goedkope jobstudent kan inhuren?

Enkel een oplossing waarbij studenten voor een bepaalde periode onbeperkt kunnen bijverdienen aan een solidariteitstarief en daarbuiten de normale tarieven bijdragen zorgt ervoor dat studenten kunnen werken zonder de bestaande arbeidsmarkt te ontwrichten.

1 opmerking:

Henri Menheere zei

Zeer mooi geschreven - inderdaad sociaal zijn werkte in twee richtingen - kort gezegd :-)