Van een vette vis gesproken

Vanaf vandaag is het beste onderwijs betaalbaar voor elk gezin. Van een vette vis gesproken.

Ouders gaan aan het puzzelen om de schoolkosten in te passen in hun gezinsbudget. Vanaf dit schooljaar gebeurt dat met een pak minder hoofdzorgen. Enerzijds beperkt de maximumfactuur de kosten voor uitstappen, anderzijds wordt het recht op een schooltoelage uitgebreid tot een kwart van de leerlingen en studenten.

Gelijke kansen op het beste onderwijs, van kleuter tot student. Zonder dat het uitmaakt in welk nest iemand geboren is, welke individuele moeilijkheden of beperkingen hij heeft of hoe dik de portemonnee van zijn ouders is. Het komt eropaan dat onderwijs alle talenten ontdekt, aanboort en ondersteunt. Dat is altijd het uitgangspunt geweest van de visie van sp.a op onderwijs. Stap voor stap heeft Vlaams Onderwijsminister Frank Vandenbroucke maatregelen genomen en barrières neergehaald om dat concreet te vertalen. Met de invoering van de maximumfactuur en de uitbreiding van de schooltoelage wordt komaf gemaakt met de financiële drempel.

Sinds vorig schooljaar is duidelijk bepaald welke schoolmateriaal ouders zelf moeten aankopen en wat de school voorziet voor de kinderen. Zaken zoals leerboeken, passers en schrijfgerief hebben kinderen écht nodig om de lessen te volgen en worden voorzien door de school. Voor de aankoop ervan krijgen scholen extra middelen, die de kosten ruimschoots dekken.

Maar leren gebeurt ook buiten de klas. Scholen organiseren daarom uitstappen die de lesinhoud illustreren en verlevendigen. Om die activiteiten betaalbaar te houden voor alle ouders, werken scholen vanaf 1 september 2008 met maximumfacturen. De scherpe maximumfactuur omvat activiteiten en daguitstappen, zoals toneelbezoek, sportactiviteiten en schooluitstappen. Voor een kleuter gaat het om een maximumbedrag van 20 euro. Voor een kind in de lagere school is dat 60 euro. De minder scherpe maximumfactuur omvat alle meerdaagse uitstappen van het 1ste tot het 6de leerjaar en mogen samen ten hoogste 360 euro kosten.

Op die manier wordt het grote verschil tussen dure en goedkope scholen uitgevlakt. Het kan immers niet dat de portemonnee van de ouders bepaalt naar welke school hun kind gaat. De vrees dat dit een einde maakt aan de uitstappen in het basisonderwijs gaat niet op. Scholen krijgen immers een aanzienlijke budgetverhoging, zodat het aantal uitstappen behouden en zelfs uitgebreid kan worden. Bovendien wordt bij de verdeling van de werkingsmiddelen gekeken naar de leerlingenkenmerken. Daardoor zijn scholen met veel kansarme kinderen extra voorzien om hun taak tot een goed einde te brengen. Schoolmaaltijden en de voor- en naschoolse opvang zijn niet opgenomen in de maximumfactuur. Hier geldt de regel dat scholen een redelijke prijs vragen die in verhouding staat tot de geleverde prestaties.

Toch blijft de schoolrekening voor sommige ouders een zware dobber. Vanaf dit schooljaar worden daarom de inkomensgrenzen voor de toelagen fors opgetrokken, waardoor meer gezinnen dan ooit kunnen genieten van een schooltoelage. Ook wie kinderen heeft in de kleuterschool, de lagere school of het deeltijds beroepssecundair onderwijs. Nieuw vanaf dit schooljaar is dat wie vanaf het basisonderwijs in aanmerking komt voor een schooltoelage, er automatisch voor in aanmerking komt in het secundair en hoger onderwijs. Tenzij het gezinsinkomen aanzienlijk verandert. Daarnaast wordt een definitief punt gezet achter de jaarlijkse papierslag bij de aanvraag van een school- of studietoelage. Door de invoering van het gezinsdossier hoeven ouders voortaan slechts één formulier voor alle kinderen samen invullen.

Meer informatie vindt u op de website http://www.schooltoelagen.be of via de Vlaamse infolijn 1700