woensdag 17 september 2008

Iédereen moet het recht hebben om energie te besparen


Animo-Aalst plaatst bedenkingen bij het eerste collectief woonproject volgens het passiefhuisprincipe en roept de politieke en financiële wereld op om oplossingen te bedenken.



Situatieschets

In Aalst startte de intercommunale SOLvA als eerste in ons land met een collectief woonproject volgens het passiefhuisprincipe. Dat intercommunales op de kar van energiezuinige woningen springen is zeker toe te juichen maar dan moeten we wel waken over de betaalbaarheid ervan.

De jongste jaren is duurzaam bouwen een echte trend geworden. Er worden heel wat inspanningen gedaan om woningen beter te isoleren en te besparen op het energieverbruik. Duurzame woningen zorgen voor een fikse besparing op de energiefactuur waardoor de impact op het milieu kan beperkt worden. Het is dus goed voor de portemonnee en goed voor het milieu.

Vandaag wordt er meer en meer gebouwd volgens het passiefhuisprincipe, hoewel eerder beperkt tot individuele woningen of gebouwen. In tegenstelling tot in vele andere landen zijn collectieve woonprojecten in België nagenoeg onbestaande. In sommige landen gebeurt de bouw van nieuwe sociale woningen zelfs verplicht volgens het passiefhuisprincipe. Ondertussen is ons land aan een inhaalbeweging begonnen en ook SOLva wil daar als intercommunale haar steentje toe bijdragen door de bouw van 7 passiefhuizen en 2 lage energie woningen in het project “Het Binnenhof” in Aalst. Het is de eerste keer in Vlaanderen dat een volledige groep rijwoningen volgens het passiefhuisprincipe wordt gebouwd.

Een passiefhuis wordt zodanig gebouwd dat het slechts een tiende van traditionele woningen aan energie verbruikt. De woning wordt luchtdicht gemaakt, zodat de warmte in de woning aanwezig blijft en niet kan ontsnappen via ramen of kieren, zoals in een gewone woning vaak wel het geval is. Een ventilatiesysteem zorgt dan voor de constante aanvoer van verse lucht.

Er dient dus geen verwarming geplaatst, vermits de zonnestralen, de warmte van de bewoners en van de aanwezige apparaten (TV, fornuis, pc, etc) voor voldoende opwarming zorgen om binnen aangenaam temperaturen te krijgen. Bovendien zorgt een constante ventilatie niet alleen voor een aangename binnenklimaat, maar vooral voor een gezonde lucht in huis. Als gevolg ervan is de energiefactuur verwaarloosbaar. Daarenboven bestaat er ook een belastingsvoordeel, dat minimum 7.800 euro bedraagt over een periode van 10 jaar. Wie een passiefhuis koopt, bespaart dus niet enkel fors op de energiefactuur.


Reactie Animo-Aalst


“Animo-Aalst vindt het positief dat ook intercommunales vooruitstrevend zijn in het bouwen van energiezuinige woningen. Maar is het ook niet hun taak om de betaalbaarheid ervan te waarborgen?” vraagt Sam Van de Putte, voorzitter van animo-Aalst, zich af. “De passiefhuiswoningen die SOLva bouwt, worden aan kostprijs verkocht en die prijs bedraagt ongeveer 225.000 euro, zonder BTW. Tel daar 21% BTW en de notariskosten bij en dan kom je al snel aan een slordige 300.000 euro” vertelt Van de Putte.

“Wanneer je dan de financiële situatie van twee licentiaten in het onderwijs, met een gezamenlijk maandinkomen van 3300 euro, in rekening brengt, dan merk je dat een passiefhuiswoning voor velen haast onbetaalbaar wordt. Volgens berekeningen bij de bank kan een koppel met een gezamenlijk maandinkomen van 3300 euro, maximum 175.000 euro lenen. Dat wil zeggen dat twee licentiaten zelf over 100.000 euro spaargeld moeten beschikken of het geluk moeten hebben dat de ouders financieel bijspringen. Wanneer uit een recente enquête daarenboven blijkt dat 1 op de 3 gezinnen met kinderen niet volgens het traditionele model leeft, dan kom je al snel tot de conclusie dat een passiefhuiswoning voor veel mensen onhaalbaar is” legt Sam verder uit.

“Vaak wordt er gesteld dat de terugverdieneffecten van energiezuinige woningen niet nihil zijn en dat is zeker een terecht argument” erkent Van de Putte. “Maar het probleem is wel dat vele koppels niet over het nodige startkapitaal beschikken zonder dat hun ouders hiertoe financieel bijdragen”.

De intercommunales richten zich in principe tot de sociale middenklasse. Animo-Aalst vraagt zich af of een koppel met een maandinkomen van 3300 euro al niet meer verdient dan de sociale middenklasse. En als zelfs zij niet kunnen intekenen op deze nieuwe vorm van woningen, wie kan dit dan wel?

Animo-Aalst roept de politieke en financiële wereld dan ook op om de nodige oplossingen te bedenken zodat iedereen mee op de kar van de energiezuinige woningen kan springen. “Misschien moeten de financiële instellingen maar eens gaan rekening houden met de terugverdieneffecten van energiebesparende maatregelen waardoor ze hogere terugbetalingskredieten kunnen toestaan voor mensen die een lening willen afsluiten” suggereert Sam.

“Animo-Aalst wil het passiefhuisproject zeker niet afbreken en is er zelfs van overtuigd dat we nog meer het pad van de energiezuinige woningen moeten bewandelen maar, dan moeten we er wel voor zorgen dat niet enkel de hogere middenklasse het recht krijgt om energie te besparen. Veel besparingsmaatregelen zijn positief maar vaak wordt vergeten dat het al moeilijk is om over het nodige startkapitaal te beschikken” besluit Van de Putte.

1 opmerking:

Filip zei

Ik ben blij om te merken dat er zich iemand de juiste vragen stelt. Energiebesparing is nodig en is een goede zaak, maar om echt energie te kunnen besparen moet je bepaalde investeringen doen. En daarvoor heb je geld nodig. Voor mensen met een laag of middeninkomen zijn die investeringen vaak te hoog gegrepen. Hierdoor krijg je volgens mij terug een ontwrichting in de kloof tussen rijk en arm. Wie rijk is, kan de investeringen doen, kan genieten van energiebesparingen en profiteert van de financiële voordelen. Wie arm is, kan de investeringen niet doen en blijft met de hoge energiefactuur zitten.